Deze soort leeft vooral 's nachts: overdag graven de dieren zich in op een vochtig substraat en als het donker wordt, komen ze naar buiten. Zo kunnen ze hun waterreserves op peil houden en blijven ze gehydrateerd. In het natte seizoen, vind je deze heremietkreeft terug in het struikgewas, op een paar honderd meter van het strand.
Dit is een kuddedier: de heremietkreeft leeft in kolonies met soms wel honderden individuen. Door op die manier te leven, kan de kolonie gemakkelijker voedsel vinden en schelpen die aan hun grootte zijn aangepast.
De heremietkreeft is een omnivoor: hij eet planten, gedroogd fruit, kadavers, algen, kleine insecten en zelfs uitwerpselen.
Waar vind je dit dier?
Je treft deze heremietkreeft voornamelijk aan in mangroves, bosgebieden vlak bij het strand, zandduinen en tussen het struikgewas. Op de warmste uren van de dag verbergt hij zich onder een hoop dode bladeren.
Hoe herken je dit dier?
- Je herkent de landheremietkreeft aan zijn kleine afmetingen en aan de stevige beharing van zijn exoskelet. Nog een bijzonderheid: hij heeft een zwarte, horizontale lijn boven zijn ogen.
- De kleur van het lichaam kan van individu tot individu variëren: grijs, rood, roze, wit, geel, zwart en zelfs blauw!
- De linkerschaar van deze heremietkreeft is groter en sterker dan de rechterschaar. Hij gebruikt deze ook om geluid te maken, vandaar zijn bijnaam 'sjirpende cenobiet'. Het zichtbare deel van zijn lichaam (buiten de schelp) meet gemiddeld 15 mm.
Wat maakt dit dier bijzonder?
De heremietkreeft moet vervellen om te kunnen groeien. Tijdens het vervellen graaft hij zich een aantal weken in. Nadat hij gegroeid is, moet hij van schelp wisselen en op zoek gaan naar een groter en steviger exemplaar. Schelpen kunnen dus onderling worden uitgewisseld. Hij kan geluid maken met zijn schaar.