In Nausicaá vind je de kabeljauwen op het parcours 'Van kusten en mensen' in de ruimte 'Op reis in de Noordzee'. In het aanraakbassin zijn ze binnen handbereik, een unieke ervaring!
Waar vind je dit dier?
De Atlantische kabeljauw leeft doorgaans aan de kust, tot op een diepte van 600 meter, met een aanzienlijke concentratie tussen 150 en 200 meter. Je treft hem aan in de wateren van de noordelijke Atlantische Oceaan, van Groenland, Spitsbergen en Noorwegen tot de Golf van Biskaje (zelden).
Hoe herken je dit dier?
De Atlantische kabeljauw vertoeft op zanderige en rotsachtige bodems. Hij is te herkennen aan zijn baarddraad. Hij is gemiddeld 50 tot 90 cm lang, maar kan ook een lengte van 1,80 meter bereiken.
Bij de verkoop in de viswinkel wordt de toevoeging 'Atlantisch' meestal weggelaten.
Wat maakt dit dier bijzonder?
De Atlantische kabeljauw is een opportunist en veelvraat. Hij eet alles op wat hij kan vangen: vissen, schaaldieren, slangsterren, ringwormen en ook weekdieren. De jonge vissen voeden zich met larven van roeipootkreeftjes en viseieren, later met roeipootkreeften en larven van schaaldieren.
Bedreiging en beschermingsmaatregel
Aan het einde van de 20e eeuw werd de kabeljauw schaarser, in die mate zelfs dat in 1995 een moratorium werd ingevoerd om het uitsterven van deze vis tegen te gaan. Vandaag is het vangen van deze soort die door de IUCN op wereldniveau als kwetsbaar wordt beschouwd - maar in Europa niet bedreigd is - nog steeds gereglementeerd. 30 jaar na het moratorium, in Newfoundland, lijkt het erop dat deze visbestanden nog steeds kwetsbaar zijn. In Europa gelden er quota afhankelijk van de viszone.