De moeralen leven 's nachts en in het donker, we weten dus weinig af van de voortplanting ervan die plaatsvindt van juli tot september en waarbij eieren met een diameter van ongeveer 5 cm worden gelegd. De larven drijven gedurende een jaar mee met de stromingen en begeven zich dan als moeraal naar de diepte om een actieve jager te worden.
Je ziet de moeraal vaak in het gezelschap van de mediterrane poetsgarnaal, Lysmata seticaudata.
Waar vind je dit dier?
Je vindt de moeraal in het hele mediterrane bekken. Hij zwemt tussen het oppervlak en een diepte van een honderdtal meter.
De moeraal is een territoriale soort die geïsoleerd leeft in kloven of rotsspleten. Het is een eerder angstige vis die enkel aanvalt als hij zich bedreigd voelt.
Deze nachtelijke jager is een slechte zwemmer en vangt zijn prooien dus meestal gewoon door op de loer te liggen.
Hij is aanwezig in het hele mediterrane bekken en beweegt zich tussen de oppervlakte en een diepte van een honderdtal meter.
De moeraal heeft een voorliefde voor scheepswrakken die heel wat verstopplaatsen bieden.
Hoe herken je dit dier?
De moeraal heeft een lang, slangvormig lichaam dat een lengte van 1,50 meter kan bereiken; het is robuust en aan de zijkant lichtjes samengedrukt, vooral achteraan. De kop is kort en heeft een gebold profiel.
Deze vis heeft een grote bek met krachtige kaken en buisvormige neusgaten.
De van papillen voorziene neusgaten zorgen voor een goed ontwikkelde reukzin die helpt om de prooien op te sporen.
Hij heeft geen borstvinnen, geen doorlopende rugvin en ook geen schubben. Zijn huid is paarsachtig bruin met witte en gele vlekken.
Wat maakt dit dier bijzonder?
De beet van een moeraal kan gevaarlijk zijn, want er zitten ziektekiemen op zijn tanden. Het risico op infectie is niet te verwaarlozen. Duikers weten dat ze hun handen niet in de spleten mogen steken om te vermijden dat ze worden gebeten.
De moeraal is een nachtelijk roofdier. Hij zwemt slecht en is bijna blind, dit betekent dat hij meestal gewoon op de loer ligt in zijn hol en wacht totdat er een prooi voorbijkomt. De mediterrane poetsgarnaal voedt zich met de parasieten die op het vel, in de ademhalingsopeningen en in de mond van de moeraal zitten en zorgt zo voor een grondige reiniging van deze vis.